De mensen die in 2002 een DDoS-aanval uitvoerden op een chat met Máxima, zijn nog altijd niet voor de rechter gebracht.
Terwijl vijf jongens die in oktober vorig jaar diverse overheidssites uit de lucht haalden, binnen een halfjaar zijn veroordeeld, wacht de groep die in 2002 waarschijnlijk verantwoordelijk was voor het platleggen van een chatsessie met Máxima, nog altijd op een rechtszaak.
In januari 2002 kon een beperkt aantal Nederlanders chatten met prinses Máxima en kroonprins Willem-Alexander. Erg lang duurde de chatsessie niet. Een paar minuten nadat de chat was begonnen, raakte de server overbelast.
Er bleek sprake te zijn geweest van een distributed denial of service (DDoS) aanval op de chatserver. Bij een DDoS-aanval wordt een server vanaf een groot aantal computers overvoerd met valse informatieverzoeken. Het gevolg is doorgaans dat de server bezwijkt.
De hackersgroep ‘Down Under Crew’ (DUC) eiste vrijwel meteen de aanval op. Een lid van de DUC verklaarde destijds tegenover Webwereld dat er met behulp van drieduizend gekaapte pc’s 3 miljard aanvragen waren gedaan – een cijfer dat door deskundigen werd afgedaan als grootspraak.
In april 2002 verrichtte de politie huiszoeking bij zes verdachten. Daarbij werden onder meer pc’s en cd-roms in beslaggenomen. Het ging in alle gevallen om meerderjarigen: de verdachten waren tussen de 18 en 30 jaar oud.
Afrondende fase
Dat er drie jaar later nog altijd geen rechtszaak is geweest tegen de zes verdachten wijt Wim de Bruin, woordvoerder van het landelijk parket, aan de grote hoeveelheid zaken die het Openbaar Ministerie (OM) moet behandelen. “Het gerechtelijk vooronderzoek, waarbij getuigen zijn gehoord, heeft heel lang geduurd. Er moet nog besloten worden of er strafvervolging zal plaatsvinden.”
De technische complexiteit van de zaak heeft volgens De Bruin geen rol gespeeld. Dat de rechtbank van Den Haag deze week vijf jongens voor een vergelijkbaar vergrijp heeft veroordeeld, maakt volgens De Bruin ook ‘geen verschil’.
Volgens De Bruin bevindt de strafzaak zich nu in de ‘afrondende fase’. Wanneer er een definitieve beslissing wordt genomen over een eventuele vervolging, kan de zegsman echter niet zeggen. In januari vorig jaar sprak hij nog de hoop uit dat de zaak in 2004 voor de rechter zou komen.