Minister Laurens Jan Brinkhorst (Economische Zaken) wil nu ook bedrijven een wettelijke bescherming bieden tegen spam.
Een poging van VNO-NCW, de belangenorganisatie van het bedrijfsleven, om zelf tot een gedragscode te komen voor het versturen van commerciële e-mails, schiet volgens Brinkhorst tekort. “Daarom heb ik gekozen voor een wetgevingstraject”, zo schrijft Brinkhorst in een brief aan de Tweede Kamer.
Op dit moment beschermt de Telecomwet alleen consumenten tegen het ontvangen van spam. Bedrijven mogen consumenten alleen maar mails sturen, als zij daar van tevoren toestemming voor hebben gegeven (het zogeheten opt-in regime).
Bedrijven krijgen nu een vergelijkbare bescherming. Bedrijven die toch ongevraagde, commerciële e-mails willen blijven ontvangen, zouden daartoe een ‘speciaal, onpersoonlijk adres’ moeten aanmaken en bekendmaken, schrijft Brinkhorst.
Volgens de bewindsman zijn er namelijk nog altijd bedrijven die wél belangstelling hebben voor ongevraagde reclamemails. “Vanuit het bedrijfsleven is aangegeven dat een zekere ruimte voor het maken van reclame mogelijk moet blijven. Veel bedrijven willen graag de voor hen relevante aanbiedingen blijven ontvangen”, weet Brinkhorst.
Gedragscode
Eerder dit jaar nam de Tweede Kamer al een motie aan waarin de minister werd opgeroepen om ‘initiatieven te nemen waardoor ook voor bedrijven ten aanzien van spam het opt-in regime zal gelden’.
Aanvankelijk hoopte Brinkhorst dat het bedrijfsleven het probleem zelf met een gedragscode zou oplossen. “VNO-NCW heeft hier veel energie in gestoken en is gekomen met een voorstel dat voor hun achterban het maximaal haalbaar compromis was.”
Het ‘compromis’ was volgens Brinkhorst echter onvoldoende. “Voor mij stuit dit eindresultaat nog op te veel bezwaren, zowel inhoudelijk als voor wat betreft draagvlak, bereik en handhaving.”