Neelie Kroes, u bent een gevaar voor internet!

Geachte mevrouw Kroes,

Het is niet vaak dat ik een blogpost lees van een vrouw die ik niet persoonlijk ken en vervolgens in de pen klim om te reageren. Maar voor u maak ik graag een uitzondering. Vorige week viel mijn oog namelijk op het stukje dat u schreef over netneutraliteit – dat mooie principe dat ervoor zorgt dat internetaanbieders verschillende soorten internetverkeer niet mogen discrimineren.

U schreef uw blogpost omdat u de laatste weken het verwijt kreeg dat u tegen netneutraliteitbent. Dat beeld wilde u graag rechtzetten, vermoed ik. Want u bent wél voor netneutraliteit. Nou ja, een beetje dan, want het moet ook weer niet te gek worden.

Wat is te gek? Overregulering! Daar bent u tegen. U bent bang dat internetbedrijven minder zullen investeren als u de teugels te strak aantrekt. Al die regels zouden fnuikend zijn voor de innovatie. Nieuwe diensten worden door netneutraliteit onmogelijk gemaakt, waarschuwt u.

Mag ik u vragen hoe u daarbij komt? De geschiedenis leert namelijk dat de realiteit precies tegenovergesteld is. Dat we netneutraliteit in Nederland wettelijk verankerd hebben, is omdat onze mobiele telco’s plannen hadden om klanten extra te laten betalen voor diensten alsWhatsApp, Skype en Viber. Niks innovatie dus, de mobiele aanbieders waren juist van plan om de vooruitgang tegen te houden.

WhatsApp-belasting

Als u uw zin krijgt, raken we onze zwaarbevochten Nederlandse netneutraliteit kwijt en krijgen de internetaanbieders weer vrij spel om diensten te dwarsbomen die een gevaar vormen voor hun winstgevendheid. Want leer mij de Nederlandse internet- en telecomaanbieders kennen: geef ze een vinger en ze nemen je hele hand.

Het afschaffen van netneutraliteit vormt een bedreiging voor het vrije en open internet, waarvan u altijd zo’n voorstander zegt te zijn. Een beetje neutraal bestaat niet. Dat moet u met uw jarenlange politieke ervaring toch ook wel aanvoelen?

Ja, in een ideale wereld, waar internetaanbieders elkaar op leven en dood beconcurreren, zou er misschien geen netneutraliteit nodig zijn. Als een internetaanbieder in een echt goed functionerende markt zou besluiten om een WhatsApp-belasting in te voeren of het videoverkeer af te knijpen, dan had de consument immers de keuze uit tal van andere aanbieders.

Maar we leven niet in een ideale wereld. En het is al helemaal niet zo dat er sprake is van een keiharde concurrentiestrijd tussen internetaanbieders. De Nederlandse internetmarkt is een oligopolie en dat is voor een belangrijk deel uw schuld. Ik leg uit waarom.

Plaatselijke monopolist

Toen u Eurocommissaris voor Mededinging was, daalde het aantal mobiele aanbieders in Nederland van vijf naar drie. Terwijl u in een unieke positie zat om de concurrentie een beetje op peil te houden, ondernam u niets. T-Mobile mocht Orange overnemen en KPN Telfort. Met als gevolg dat we nu een veel minder competitieve mobiele-telecommarkt hebben in Nederland.

Met vast internet is het al niet veel beter. Wie kabelinternet wil, kan in Nederland bijvoorbeeld ‘kiezen’ uit één aanbieder: de plaatselijke monopolist die afhankelijk van je woonplaats UPC of Ziggo heet. Wat zou het toch fijn zijn als er wel concurrentie op de kabel was. Maar helaas, toen de Nederlandse telecomwaakhond OPTA jaren geleden het plan opvatte om de kabelmarkt open te breken, hield u dat tegen.

Dat zou misschien nog niet zo erg zijn als de kabelaars maar wat meer concurrentie hadden. Van een landelijk glasvezelnetwerk bijvoorbeeld. Als Eurocommissaris voor ict bent u heel erg voor glasvezel. U riep drie jaar geleden zelfs op om de aanleg van glasvezelnetwerken met gemeenschapsgeld te stimuleren. Vooralsnog komt daar echter niet veel van terecht. We zitten de laatste jaren namelijk een beetje krap bij kas in de EU.

Hadden we die glasvezelnetwerken maar een paar jaar eerder aangelegd. U weet wel, toen het geld nog over de plinten klotste. Jammer alleen dat u destijds meteen in actie kwam als gemeenten het in hun hoofd haalden om de aanleg van glasvezel te stimuleren met belastinggeld. Oneerlijke concurrentie tegenover de andere breedbandaanbieders, oordeelde u destijds.

Eurofoob

Een cynicus zou misschien kunnen denken dat u zowel in uw huidige baan als in uw functie als Eurocommissaris voor Mededinging wel erg graag uw oren laat hangen naar de gevestigde belangen – naar de kabel- en telecomaanbieders die zo min mogelijk regels en concurrentie willen.

Diezelfde cynicus zou daar misschien nog aan toevoegen dat het Europese project, waarvan u zo’n hartstochtelijk pleitbezorger bent, de steun onder de bevolking verliest omdat de hoge heren (m/v) in Brussel meer oog lijken te hebben voor de belangen van grote bedrijven – of het nu too-big-too-fail-banken of internetaanbieders zijn – dan voor de wensen van burgers en innovatieve startups.

Maar ik ben geen cynicus – nouja, een beetje dan – en al helemaal geen eurofoob. Daarom houd ik het er vooralsnog op dat het allemaal één groot misverstand is. Uw ambtenaren hebben u vast verkeerd voorgelicht over netneutraliteit. En u bent er ingetrapt. Dat geeft niets. Dat kan de besten overkomen. Maak uw fout goed. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald!

Vraag die jonge nerds die u zo graag op uw kantoor ontvangt eens wat zij van netneutraliteit vinden en pas uw voorstel aan. Zorg ervoor dat geen enkel Europees kabel- of telecombedrijven straks nog onderscheid mag maken tussen verschillende soorten internetverkeer en miljoenen Europese internetters zullen u dankbaar zijn.

Hoor ik van u?

Met vriendelijke groet,

Maarten Reijnders

Dit artikel verscheen op Computerworld.